Skip to main content

Vrije advocaatkeuze voorafgaand aan de procedure

Het Kifid behandelt klachten van particulieren over financiële producten, zoals verzekeringen. In een uitspraak van 31 maart 2021 bepaalde het Kifid dat een rechtsbijstandsverzekeraar (de DAS) de kosten moest vergoeden die een verzekerde had betaald aan haar advocaat, die voorbereidend werk voor een procedure had verricht. Dit is een voor alle verzekerden en hun advocaten belangrijke uitspraak.

De rechtsbijstandsverzekeraars honoreren, zij het niet van harte, sinds het zgn. DAS-Sneller arrest (C-442/12) de vrije advocaatkeuze 'indien een procedure noodzakelijk is'. Gewoonlijk belet de verzekeraar de verzekerde om al een advocaat in te schakelen in de uiterst belangrijke voorfase, de onderhandelingen ter voorkoming van een procedure en het feitenonderzoek. Dat doet de verzekeraar, die immers een 'in natura' verzekering aanbiedt, gewoonlijk zelf met haar eigen juristen. Komt het tot een procedure, dan probeert zij de verzekerde vaak te leiden naar haar eigen advocaten in loondienst als zij die heeft, of naar een kantoor waarmee zij tariefafspraken heeft, maar dat ter zijde.

In het onderhavige geval was een atlete geïnterviewd en meende zij dat de publicatie onrechtmatig was. Zij meldde het geschil aan bij de DAS en vroeg toestemming om een aedvocaat in te schakelen. Dat weigerde de DAS, want zij heeft zelf juristen in dienst en er was nog geen sprake van een procedure. De verzekerde schakelde liever toch een advocaat in die het nodige deed voordat het tot de procedure kwam. De verzekeraar stelde dat die aanloopkosten niet gedekt waren. Vervolgens gaf de verzekeraar toestemming voor een procedure, maar bleef weigeren de al gemaakte kosten te vergoeden. De verzekerde legt het geschil voor aan het Kifid.

Het Kifid overweegt, na behandeling van de DAS-Sneller uitspraak en latere jurisprudentie (zie hier de volledige tekst van de uitspraak):

"3.7 Samenvattend volgt uit overwegingen 3.2 t/m 3.6 dat een verzekerde recht op vrije advocaatkeuze heeft in geval van een gerechtelijke of administratieve procedure. De in overweging 3.6 genoemde uitspraken van het HvJ EU maken duidelijk dat dit recht ook geldt voor ontslag- en bezwaarprocedures."

Vervolgens behandelt het Kifid de vraag wat nu de reikwijdte is van 'gerechtelijke procedures', dit naar aanleiding van een oordeel van het EU-Hof van Justitie over een Belgisch geschil. Daarin was een ruime uitleg gevolgd, waarvan de DAS aanvoerde dat deze voor Nederlandse procedures niet zou moeten gelden. Dit weinig EU-vriendelijk te noemen standpunt wordt niet gevolgd door het Kifid:
"Het HvJ EU oordeelde daarover onder meer het volgende: “30. Het begrip ‘gerechtelijke procedure’ in de zin van artikel 201 van richtlijn 2009/138 moet even ruim worden uitgelegd als het begrip ‘administratieve procedure’, aangezien het voorts incoherent zou zijn om deze twee begrippen verschillend uit te leggen wat betreft het recht om een advocaat of vertegenwoordiger te kiezen. 31. Hieruit volgt dat het begrip ‘gerechtelijke procedure’ niet kan worden beperkt tot uitsluitend niet-administratieve procedures voor een gerecht in eigenlijke zin, en ook niet door een onderscheid te maken tussen de voorbereidende fase en de besluitfase van een dergelijke procedure. Elke fase die kan leiden tot een procedure bij een rechterlijke instantie, zelfs een voorafgaande fase, moet dus worden geacht onder het begrip ‘gerechtelijke procedure’ in de zin van artikel 201 van richtlijn 2009/138 te vallen.”

Met deze vet gedrukte zin is het lot van het verweer van DAS beslecht en moet zij de kosten van de advocaat uit die voorfase aan haar verzekerde vergoeden. De DAS wijst er in haar verweer nog op dat als zij ongelijk krijgt haar verzekeringen en verzekeringen in het algemeen onbetaalbaar zullen worden. Dat klinkt als een bekend argument in de oren, want dat was ook in 2013 het door verzekeraars gebruikte argument. In redelijkheid mag men verwachten, zo stelt ook het Kifid, dat verzekeraars daarvoor wel een oplossing zullen vinden. Na 2013 viel het ook wel mee met de kostenontwikkeling van de verzekeringen, als ik de update van de ABN AMRO uit 2019 moet geloven.  

Goede voorlichting voor de verzekerde over de kosten van de bijstand is en blijft intussen een kerntaak van de advocaat, dus met de vrees van de verzekeraar dat de verzekerde heel snel door haar dekking zal rennen, hoort het ook wel los te lopen. 

Meer nieuws